Fruitvliegen: een grote bedreiging voor groente- en fruitteelt

Hoe ze te voorkomen en te beperken?

Een nieuw internationaal project zal potentiële plagen proberen te voorspellen, betrouwbare detectie- en identificatieinstrumenten produceren en een innovatieve bestrijdingsmethode ontwikkelen.

bactrocera_dorsalis

Vrouwelijke Bactrocera dorsalis, een van de onderzochte fruitvliegsoorten van het FF-IPM project © A. Rodriguez

 

Globalisering en klimaatverandering

Fruitvliegenplagen hebben zich van het ene continent naar het andere verspreid en vormen een van de grootste bedreigingen voor de tuinbouw in zowel tropische als gematigde streken. Deze invasieve plagen komen steeds vaker voor door toenemende wereldwijde handel en reisverkeer en door de klimaatverandering.

Een nieuw door de EU gefinancierd project binnen het H2020-programma met partners uit meer dan 17 landen over de hele wereld, waaronder het KMMA, wil fruitvliegenplagen voorkomen en hun impact beperken om een duurzame voedselproductie in Europa veilig te stellen.

Het project richt zich op drie invasieve fruitvliegen die een grote bedreiging vormen: de oosterse fruitvlieg (Bactrocera dorsalis) en de perzik fruitvlieg (Bactrocera zonata), beide van Aziatische oorsprong maar reeds op grote schaal verspreid in het Midden-Oosten en Afrika. De derde soort, de mediterrane fruitvlieg (Ceratitis capitata), is een gevestigde plaag in het Middellandse-Zeegebied, maar verspreidt zich verder noordelijk in Europa door veranderende klimaatomstandigheden.

 

Op basis van onze expertise in de identificatie van fruitvliegen in Afrika zal het KMMA de ontwikkeling van betrouwbare detectie- en identificatieinstrumenten coördineren.

Voorspellen, opsporen en identificeren

Het project zal instrumenten en databases ontwikkelen die kunnen voorspellen waar en wanneer invasieve plagen Europa potentieel kunnen binnenkomen. Aan de hand van biologische gegevens zullen ruimtelijke computermodellen worden ontwikkeld die voorspellingen mogelijk maken over de ‘toegangspoorten’ en invasieroutes van de bestudeerde fruitvliegensoorten.

Ten tweede zal het project snelle detectie- en identificatie-instrumenten opleveren. Het gaat om elektronische vallen voor automatische detectie en 'e-Nose', elektronische neuzen om besmet fruit in importzendingen te onderscheppen. Maar ook gebruiksvriendelijke tools om gedetecteerde of onderschepte vliegen te identificeren op een betrouwbare, snelle en relatief goedkope manier zijn nodig voor een doelgericht beheer van nieuwe plagen.

'Op basis van onze expertise in de identificatie van fruitvliegen in Afrika zal het KMMA de ontwikkeling van deze instrumenten, die zowel morfologische als genetische kenmerken gebruiken, coördineren. We zullen ook populatiegenetisch onderzoek uitvoeren om de oorsprong van mogelijke invasies op te sporen', verduidelijkt entomoloog Marc De Meyer, technisch manager van het project. 'Sommige van deze mogelijk invasieve plagen werden reeds geïntroduceerd in Afrika waar ze grote economische schade veroorzaakten. De ervaring die wij daarover in de loop der jaren hebben opgebouwd door samenwerking met Afrikaanse partners, zal een troef zijn. Sommige van deze partners nemen nu ook deel aan dit programma.'

 

Innovatieve bestrijding in het ‘laagseizoen’

Het project zal ook een management toolkit ontwikkelen om fruitvliegen te bestrijden via Integrated Pest Management (IPM). Dat omvat diverse onschadelijke methodes, zonder negatieve gevolgen voor de gezondheid van zowel mens als milieu, zoals natuurlijke vijanden en parasieten.

'De vernieuwende aanpak van dit project zit echter in het gebruik van IPM ‘buiten het seizoen’. De populaties van fruitvliegen verkleinen tijdens de winterperiode. Door ons te richten op die overwinterende generatie zullen we de populatiegroei later in het seizoen voorkomen en zo de kosten drukken: vliegenpopulaties zullen niet het hoge aantal vliegen hebben bereikt dat een veel intensievere bestrijding zou vereisen', legt Marc De Meyer uit.