De schetsboeken van de ontdekkingsreizigers

In 1899 gebruikte het tijdschrift Le Petit Bleu voor het eerst de uitdrukking “explorateurs croquistes” (ontdekkingsreizigers-schetsers) om bepaalde werken mee aan te duiden. De uitdrukking kan gebruikt worden om het geheel van grafische kunst te typeren dat geproduceerd werd tijdens drie belangrijke ondernemingen van koning Leopold II: het Comité d'Études du Haut-Congo, de Association Internationale du Congo et de Onafhankelijke Congostaat. De auteurs van de schetsen, tekeningen, aquarellen en schilderijen waren medewerkers van Henry Morton Stanley, militairen van de expedities van de Onafhankelijke Congostaat, of agenten van de administratie.

De werken van deze amateur-kunstenaars vormen een soort visuele encyclopedie die kun kennis weergeeft over een omgeving die hen vreemd was en die ze zich probeerden eigen te maken en te delen onder elkaar of met hun familie. Het corpus bevat portretten, afbeeldingen van lichamen en lichaamskunst, van Europese posten en dorpen uit de Evenaarsprovincie, van de Uele, van de Nijl (in de enclave van Lado), van Katanga en van Neder-Congo. We vinden voorstellingen van de materiële cultuur van deze regio’s, alsook tekeningen van insecten, fauna en flora. Bepaalde voorstellingen zouden een lang leven kennen en erg gewaardeerd worden door de professionele makers van koloniale kunst: de stroom, de prauwen, de zonsondergangen, de dansen. Deze grafische kunst vervolledigt de fotografie door er kleur aan toe te voegen of door bepaalde onderwerpen weer te geven die door de beperkingen van de techniek toen nog niet goed konden worden gefotografeerd.

De geschriften van deze ontdekkingsreizigers laten toe om hun afbeeldingen in een precieze context te situeren. Samen weerspiegelen de afbeeldingen en de geschriften het historisch kader, de uiteenlopende culturele werelden en ook de brutaliteit van die tijd. Ze laten ook zien hoe westerse kunstenaars moeite hadden om het landschap weer te geven, en vooral het licht, in streken die helemaal niet dezelfde kenmerken vertoonden als in het Noorden.

De tentoonstelling van schilderijen van Edouard Manduau in België werd van commentaar voorzien door de kunstcritici. Het Belgisch publiek verwonderde zich over het kleurenpalet en de tonaliteit van het equatoriaal regenwoud. De relatie tussen de afbeeldingen die ter plaatse werden gemaakt, de illustraties van de reisverslagen en tenslotte de fotografie werd nog niet voldoende bestudeerd. Deze buitengewone bronnen liggen klaar om het voorwerp te vormen van een nieuw multidisciplinair onderzoek.

Sabine Cornelis
Bompuku Eyenga-Cornelis, S. 2003. ‘Capteurs d’images, dessinateurs, peintres et aquarellistes amateurs au Congo (1880-1908)’, In Guisset, J. (ed.). Le Congo et l’Art belge 1880-1960. Tournai: La Renaissance du Livre, pp. 74-89.
Jewsiewicki, B. 2003. Mami Wata. La peinture urbaine au Congo. Paris: Gallimard.
Leduc-Grimaldi, M. 2004. ‘Le roman de l’Afrique’, In Études Photographiques, janvier 2004, pp. 86-103.
Schildkrout, E. & Keim, C.A. 1998. The Scramble for Art in Central Africa. Cambridge: Cambridge University Press.