RMCA publications
Politiques de santé et contrôle social au Rwanda, 1920-1940
Dit boek gaat over het gezondheidsbeleid dat België tussen 1920 en 1940 in het land van de duizend heuvels had ingevoerd en er wordt nagegaan wat het verband is tussen het gezondheidsbeleid en de sociale controle. De auteur beschrijft de rol van de verschillende spelers van de kolonisatie (staat, katholieke en protestantse missies, privébedrijven) en analyseert hoe medische campagnes werden gebruikt als imperiaal instrument, getuigen daarvan de soms gespierde reacties van de plaatselijke bevolking. De gezondheidsinfrastructuur en het personeel, de campagnes die werden opgezet om inheemse ziektes en epidemieën te bestrijden, de rivaliteit en de frictie tussen de staat en de missies, en ten slotte de reactie van de bevolking worden in detail onder de loep genomen.
Het ‘politieke' aspect van de gezondheidscampagnes in deze koloniale context is erg duidelijk aanwezig in de correlatie tussen het gezondheidsnetwerk en de greep op de samenleving. Zo koppelt de overheid volkstellingen aan gezondheidscampagnes, wordt de bevolking op straffe van boete of opsluiting onderworpen aan strenge verplichtingen en dreigen de Afrikaanse autoriteiten afgezet te worden als ze niet actief meewerken.
Via de invalshoek van de gezondheidszorg, werpt deze studie ook een interessant licht op een koloniale samenleving doordrongen van spanningen. Spanningen tussen de gezondheidsdiensten en de administratieve diensten, spanningen tussen persoonlijkheden, spanningen tussen de missies en de staat, verder nog spanningen tussen katholieken en protestanten, en ten slotte spanningen tussen de kolonisator en gekoloniseerden. Met andere woorden, een blanke samenleving die veel minder homogeen is dan men op het eerste gezicht zou denken tegenover een Afrikaanse maatschappij, zelf ook door diversiteit gekenmerkt.
***
L'histoire du Rwanda de l'entre-deux-guerres est relativement méconnue, d'autres périodes ayant davantage retenu l'attention des chercheurs. Pourtant, cette époque a vu la mise en place d'une série de politiques administratives, agricoles, sociales ou sanitaires qui ont profondément marqué ce territoire d'Afrique centrale.
Ce livre aborde les politiques sanitaires déployées par la Belgique dans le pays des mille collines entre 1920 et 1940, en s'interrogeant sur les liens entre action sanitaire et contrôle social. Il évalue le rôle des divers acteurs de la colonisation (État, missions catholiques et protestantes, sociétés privées) et analyse le fait que l'activité médicale est utilisée comme un outil d'empire, ce dont témoignent les réactions parfois musclées des populations locales. L'ouvrage étudie de manière détaillée les infrastructures et le personnel sanitaire, les campagnes mises en place
pour lutter contre les maladies endémiques et épidémiques, les rivalités ou frictions entre l'État et les missions, enfin les réactions des populations.
L'aspect « politique » de l'activité médicale en milieu colonial est manifeste dans l'articulation entre quadrillage sanitaire et emprise sur la société. L'administration lie recensement et campagnes sanitaires ; les populations sont soumises à de strictes obligations sous peine d'amendes ou d'incarcération ; les autorités africaines se voient menacées de destitution si elles ne collaborent pas activement.
À travers le prisme sanitaire, l'étude apporte également un éclairage intéressant sur une société coloniale traversée de tensions. Tensions entre services sanitaires et services administratifs, tensions entre
des personnalités, tensions entre missions et État, tensions encore entre catholiques et protestants, tensions enfin entre colonisateur et populations sous tutelle. Soit une société blanche beaucoup moins monolithique face à une société africaine, elle aussi marquée par sa diversité.
***
Rwanda's history between the two world wars remains relatively unknown, with researchers turning their attention to other eras of the country's history. Yet this period saw the introduction of a series of administrative, agricultural, social, and health policies that transformed this part of Central Africa.
This book discusses the health policies used by Belgium in the land of a thousand hills between 1920 and 1940 while examining the links between health action and social control. It assesses the roles of various agents of colonisation (the state, Catholic and Protestant missions, private companies) and analyses the fact that medical action was used as an imperial tool, as evidenced by the occasionally hostile response from the local populations.
The book gives a detailed study of health facilities and personnel, campaigns against endemic diseases and epidemics, rivalries and frictions between the state and the missions, and the reactions of the local populations.
The ‘political' aspect of medical activity in a colonial setting is evident in the correlation between the standardisation of a health system and the coloniser's hold on society. The administration tied the census to health campaigns; locals were subject to strict obligations or risked fines or imprisonment; African authorities were told to collaborate actively or be threatened with removal.
Seen through this lens, the study also shines a fascinating light on a colonial society crisscrossed by tensions: tensions between health services and administrative services, between leading figures, between missions and the state and between Catholics and Protestants, and finally, tensions between coloniser and colonised - in other words, a white society much less monolithic than it appears on the surface, facing an African society also marked by its diversity.
