Ugandese burgerwetenschappers vechten tegen bilharzia

Titel van het project
Action Towards Reducing Aquatic snail-borne Parasitic diseases (ATRAP) (Actie tot reductie van parasitaire ziektes, overgebracht door zoetwaterslakken)
Locatie 
Uganda, DR Congo
Duur
2019 – nu
Wie neemt deel? 
25 Ugandese leden van de gemeenschap

In de strijd tegen bilharzia monitoren Ugandese burgerwetenschappers de aanwezigheid van slakken in zoetwateroppervlakken.

‘Dankzij deze data gaan we voorspellingen kunnen maken waar er nog mogelijke broeihaarden zullen zijn, nu en in de toekomst. ’ Tine Huyse, senior bioloog, AfricaMuseum

ATRAP, acroniem voor Action Towards Reducing Aquatic snail-borne Parasitic diseases (Actie tot de reductie van parasitaire ziektes, overgebracht door zoetwaterslakken) is een innovatief onderzoeksproject dat plaatsvindt in Uganda, waaraan 25 burgerwetenschappers meewerken, samen met onderzoekers uit het AfricaMuseum.

Bilharzia is een menselijke en dierlijke ziekte veroorzaakt door parasitaire wormen die zoetwaterslakken infecteren. De leden van de gemeenschap – de burgerwetenschappers – verzamelen en identificeren slakken op 76 gepreselecteerde sites. Na het verzamelen worden de data gevalideerd door master- en doctoraatsstudenten uit België en Uganda. Er vinden jaarlijks verschillende ontmoetingen plaats tussen onderzoekers en wetenschappers waarbij ze het hebben over verzamelmethodes, resultaten en de beste manier om mensen te sensibiliseren rond bilharzia. Het unieke ligt in de lopende samenwerking tussen biologen, sociologen en burgers.

‘Dankzij deze data gaan we voorspellingen kunnen maken waar er nog mogelijke broeihaarden zullen zijn, nu en in de toekomst. Maar minstens even belangrijk voor mij is het mobiliseren van de hele gemeenschap. Mensen zijn hier zelf met oplossingen op maat gekomen, gemedieerd door onze onderzoekers.’ Tine Huyse, senior bioloog, AfricaMuseum

Doordat ze actief betrokken waren bij de interpretatie van de resultaten zijn de burgerwetenschappers betrouwbare experts geworden binnen hun lokale gemeenschap. Ze fungeren eveneens als tussenpersonen tussen het wetenschappelijk onderzoek en de bevolking. Zij lichten hun medeburgers in hoe ze zich beter kunnen beschermen tegen de ziekte. Ze worden dan ook soms, bij wijze van compliment, ‘waterdokters’ of ‘slakkendokters’ genoemd.

 

Waarom is dit belangrijk?

‘Het ATRAP-project was voor mij een echte eyeopener: het heeft mij aan het nadenken gezet over bilharzia. Zo ben ik de gemeenschap beginnen informeren over de ziekte.’ Nakingi Rose, burgerwetenschapper

Bij mensen vindt de bilharzia-infectie plaats wanneer de wormen, die de zoetwaterslakken vrijgeven, de huid binnendringen door contact met besmet water. Ze tasten menselijke urinewegen of ingewanden aan. Lange blootstelling aan de infectie kan leiden tot leverschade, nierfalen en onvruchtbaarheid. Bilharzia treft ook het vee, met lagere melkproductie tot gevolg.

Massale toediening van medicijnen volstaat niet om de ziekte te onderdrukken; de Wereldgezondheidsorganisatie roept dan ook op om de behandeling aan te vullen met het monitoren van slakken en het inschakelen van de gemeenschap. In de regio is er echter een gebrek aan slakkenexperts en -data. De recontaminatiecijfers zijn ook hoog door de beperkte beschikbaarheid van zuiver water en sanitaire installaties.

Vrouwen zorgen binnen het huishouden voor watervoorziening, koken en schoonmaak en worden bijgevolg vaak besmet. Zij zijn het ook die de kinderen grootbrengen en kennis en gedragspatronen overbrengen op de toekomstige generaties.