Projecten
AFRISURGE
Context
Dit onderzoeksproject vindt zijn oorsprong in twee belangrijke empirische waarnemingen van onderzoekers tijdens veldwerk in Noordoost-Congo (DRC). Ten eerste is er een duidelijke heropleving van gewoonterechtelijke autoriteit in lokaal bestuur, die gekenmerkt wordt door een belangrijke rituele dimensie en een bijzonder discours over legitimiteit. Ten tweede omvat de lokale perceptie van de aanhoudende sociale, economische en politieke crisis in de regio vaak het idee dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen het historisch verlies van rituele objecten en voorouderlijke kennis, en de huidige slechte toestand van de samenleving. Dit verlies wordt toegeschreven aan de koloniale verzamelwoede en aan ontheemding veroorzaakt door oorlogen. Beide fenomenen worden slecht begrepen, indien niet doelbewust genegeerd. Internationale hulp- en vredesorganisaties vertrouwen op de gewoonterechtelijke leiders voor de uitvoering van hun programma's in lokale gemeenschappen, maar dit gebeurt vaak op een manier die doet denken aan het beleid van indirect bestuur tijdens het koloniale tijdperk. Een gemeenschappelijke vooringenomenheid is de rigide focus op chefs als enige gezagsdragers, terwijl andere gewoonterechtelijke actoren en hun onderling overleg buiten beschouwing worden gelaten. Een ander vooroordeel is de vaak opzettelijke veronachtzaming van rituele bevoegdheden, op grond van hun ‘irrationaliteit’ zoals gepercipieerd door Westerse waarnemers. Het project richt zich op het noordoosten van Congo, dat grenst aan Zuid-Soedan en het noordwesten van Oeganda. Wetenschappelijke kennis van de regio is onderontwikkeld gebleven sinds de onafhankelijkheid, toen de buitenlandse belangen afnamen en het gebied door opeenvolgende gewelddadige conflicten werd getroffen. De regio is de afgelopen decennia sterk geïsoleerd geraakt, waardoor het stropers, ambachtelijke mijnwerkers, gewapende buitenlandse actoren en vluchtelingen aantrok. In deze situatie strijden een veelheid aan actoren om lokale politieke macht en legitimiteit.
Objectieven
Dit project streeft naar een wetenschappelijke herziening van hedendaagse Afrikaanse politieke culturen, op basis van een niet-eurocentrische en interdisciplinaire aanpak. Naast het beschikbaar stellen van nieuwe diepgaande kennis aan hulp- en vredesorganisaties, streeft dit project ernaar een directe impact te hebben op het welzijn van de onderzochte gemeenschappen door middel van een digitale restitutie van cultureel erfgoed. De achterliggende gedachte is dat kennis van de eigen culturele geschiedenis een cultureel kapitaal vormt dat een bron van eigenwaarde kan zijn en kan bijdragen aan maatschappelijk engagement en cohesie. Het project bestaat uit een kruisbestuiving van drie complementaire onderzoekslijnen. De eerste is een onderzoek binnen de disciplines van politieke en ontwikkelings-wetenschappen naar de heropleving van gewoonterechtelijke autoriteiten in de hedendaagse DRC. Om tot een beter begrip van de historisch gewortelde politieke cultuur van de regio te komen zal hierbij rekening gehouden worden met het volledige spectrum van lokale expressies over dit onderwerp. De tweede onderzoekslijn behelst onderzoek naar rituele objecten en hun herkomst, om een nieuw licht te werpen op gewoonterechtelijke autoriteit, en om digitale restituties voor te bereiden. Het derde onderdeel onderzoekt het transformatieve potentieel van inspanningen om gemeenschappen die in het verleden van tal van goederen werden onteigend opnieuw te verbinden met hun materiële culturele erfgoed. De digitale restitutie zal worden gestuurd door herkomstonderzoek op objecten, door een analyse van bestaande digitale infrastructuren in de regio en door een gedegen overleg met (lokale) stakeholders om te bepalen wat wenselijk en haalbaar is.
Methodologie
Het project zal steunen op verschillende methodes, waaronder de kritische bestudering van archieven en van museumcollecties in België en de DRC. Op het terrein zullen etnografische methoden worden gebruikt. Objectfoto's uit museumcollecties zullen worden gebruikt als geheugensteuntjes, omdat deze hun nut hebben bewezen om mensen te helpen moeilijke onderwerpen te bespreken en lokale ontologieën te onthullen. Er zal ook rekening gehouden worden met herinneringen die vervat zitten in verhalen, rituelen, dansopvoeringen en liedjes. Hierbij zullen de wensen van informanten met betrekking tot de bescherming van hun gegevens en identiteit gerespecteerd worden.
Resultaten
Dit project zal 2 proefschriften, één collectieve uitgave, en minstens 8 artikelen in wetenschappelijke tijdschriften of boeken opleveren. De collectieve uitgave zal het idee en de praktijk van ‘transformatief erfgoed’ ten volle exploreren en dit boek moet voor verwante disciplines voor vele jaren lang een mijlpaal worden. Projectleden zullen met collega's in gesprek gaan tijdens onderzoeksbijeenkomsten en conferenties. Onderzoeksresultaten zullen ook worden verspreid onder niet-academische doelgroepen, via beleidsnota's, persberichten en kortere notities via sociale media. In de DRC zullen ten minste twee partnerinstellingen een digitale collectie-database verwerven en zullen ten minste drie gemeenschappen van een digitaal restitutieproject profiteren, waarvan de vorm en inhoud in overleg zal worden bepaald.
Impact
Het project beoogt zowel een wetenschappelijke als een maatschappelijke impact. Het zal nieuwe kennis opleveren over de vaak verwaarloosde regio van Noordoost-Congo en significante continuïteiten aan het licht brengen in de productie en reproductie van gewoonterechtelijke autoriteit. Dit zal worden geanalyseerd als een integraal onderdeel van de politieke cultuur in de regio. Het project wil ook een model ontwikkelen voor de toekomstige behandeling in België van eisen voor een digitale of materiële restitutie van Afrikaans cultureel erfgoed. Dit model is gebaseerd op geavanceerd onderzoek naar de herkomst van objecten en op overleg met meerdere belanghebbenden, waarbij ook veel aandacht wordt besteed aan de ontvangende kant van de restitutie.
Hoofdonderzoekers:
Datum:
2020 2024Medewerkers:
Externe partners:
Vicky Van Bockhaven (UGent)Kristof Titeca (Universiteit Antwerpen)
Baudouin Mena Sebu (Universiteit Antwerpen)
Roger Gaise (Université de l’Uele, DR Congo)