KMMA publicaties

République démocratique du Congo. Sud-Ubangi, bassins d'eau et espace agricole

Sinds 1977 verwijst de naam ‘Ubangi' naar twee districten in de Democratische Republiek Congo, namelijk Nord-Ubangi en Sud-Ubangi, zo genoemd omdat ze respectievelijk ten noorden en ten zuiden liggen van de rivier met dezelfde naam. Deze administratieve herstructurering vindt zijn oorsprong in het decentralisatiefenomeen dat van start ging tijdens de Eerste Republiek (1960-1965), toen talrijke grensconflicten uitbarstten in de Evenaarsprovincie. De Ngbandi territoria werden op die manier verscheurd tussen de ‘nieuwe' provincies of werden zelfs betwist door bepaalde volkeren die zich het lokale leiderschap toe-eigenden.

Het district Sud-Ubangi ligt verscholen in het Congolese grensgebied, in een bocht van de
Ubangi-rivier en zijn bevolking barst van vitaliteit in een noordwestelijk regio die, voor de rest, een lage bevolkingsgraad kent. De regio kent evenwel een ongelijke bevolkingsgraad: de streken met Ngbaka overheersing vertonen sterke bevolkingsconcentraties, met een afnemende densiteit vanaf Gemena naar het westen en het noorden toe, terwijl zich in het savannegebied in het noorden van het Libenge-territorium en in de moerasgronden van de Ngiri ten zuiden van het Kungu-territorium uitgestrekte onbewoonde gebieden bevinden.

Sud-Ubangi beperkt zich niet enkel tot de Ngbaka. Meer bepaald in het zuidelijk deel wonen verschillende gemeenschappen naast elkaar: Ngbandi, Ngombe, Mbandja (of Banza), Bambenga (pygmeeën) en groepen waar vaag wordt naar verwezen als ‘Watermensen' of ‘Moerasmensen' of ‘Inwoners van Ngiri'. Hiermee duidt men op de volkeren
die hoofdzakelijk de moerasachtige regio tussen de Ubangi en de Congostroom bevolken. Onder hen bevinden zich met name de Libinza, de Bamwe, de Bomboma en de Lobala. Laatsgenoemde twee groepen waren direct betrokken in het zogenaamde ‘Enyele' conflict.

De vaste inwoners krijgen ook nog het gezelschap van naburige buitenlandse handelaars die afkomen op de unieke ligging van het district. Door de nabijheid van
Bangui ligt Sud-Ubangi immers in een zuidelijke handelscorridor die zich oost-west uitstrekt van Ituri tot Ubangi (Butembo, Beni, Lisala, enz.). Handelslieden uit Nande, Soedan, Centraal-Afrika, Tjaad, enz. concentreren zich rond het zenuwcentrum van Gemena en de grensstad Zongo. Zij zorgen voor de export van landbouwproducten
in de regio in ruil voor afgewerkte goederen uit de CAR (detergenten, cosmetica, enz.) of uit Oost-Afrika (motorfietsen, vrachtwagens, enz.).

***

La dénomination « Ubangi » est partagée, depuis 1977, par deux districts de la République démocratique du Congo, le Nord-Ubangi et le Sud-Ubangi, désignés ainsi en raison de leur position géographique par rapport à la rivière homonyme. Cette recomposition administrative trouve son explication dans l'expérience de décentralisation initiée au cours de la Première République (1960-1965), lors de laquelle de nombreux conflits frontaliers avaient éclaté dans la province de l'Équateur. Les territoires ngbandi ont ainsi fait l'objet d'un déchirement entre les « nouvelles » provinces ou ont même été disputés par certains peuples s'attribuant le rôle de leadership local.

Lové aux confins du Congo dans le coude de la rivière Ubangi, le district du Sud-Ubangi détonne par la vitalité de sa population dans un espace nord-ouest caractérisé ailleurs par de faibles scores démographiques. L'occupation du territoire est toutefois inégale : aux espaces à domination ngbaka correspondent des auréoles à forte concentration de population, qui forment un dégradé de densités au départ de Gemena vers l'ouest et le nord ; à l'opposé, la région savanicole du nord du territoire de Libenge
et les zones marécageuses de la Ngiri dans la partie sud du territoire de Kungu, sont autant d'espaces de vastes solitudes.

Le Sud-Ubangi ne se réduit pas aux seuls Ngbaka. Dans sa partie méridionale en particulier, se côtoient diverses communautés : Ngbandi, Ngombe, Mbandja (ou Banza), Bambenga (Pygmées) ou encore tous ceux appelés indistinctement « Gens d'eau », « Gens des marais » ou « Habitants de la Ngiri », pour désigner les populations occupant principalement la région marécageuse entre l'Ubangi et le fleuve Congo. Parmi celles-ci, se trouvent notamment les Libinza, les Bamwe, les Bomboma et les Lobala, ces deux derniers groupes étant directement impliqués dans le conflit dit « des Enyele ».

Aux populations résidentes s'ajoutent les commerçants voisins et étrangers que la situation particulière du district ne manque pas d'attirer : sa proximité avec Bangui positionne en effet le Sud-Ubangi dans un couloir d'échanges septentrional est-ouest s'étirant de l'Ituri à l'Ubangi (Butembo, Beni, Lisala, etc.) et qui brasse autour du centre névralgique de Gemena et de la ville-frontière de Zongo, des commerçants nande, soudanais, centrafricains, tchadiens, etc. Ceux-ci organisent l'exportation des productions agricoles de la région en contrepartie de produits manufacturés en provenance de la RCA (détergents, produits de beauté, etc.) ou de l'Est africain (motos, camions, etc.).

***

Since 1977, the name ‘Ubangi' has been shared by two districts of the Democratic Republic of the Congo, Nord-Ubangi and Sud-Ubangi. They are so named because of their geographic position relative to the river of the same name. This administrative restructuring took place following the attempt at decentralisation during the Première République (1960-1965), during which numerous border disputes broke out in the Équateur province. Ngbandi territories were fought over by the ‘new' provinces and, in some cases, by peoples laying claim to a local leadership role.

Located on the borders of the Congo in the bend of the Ubangi river, the district of Sud-Ubangi stands out for the vitality of its population in an otherwise sparsely-populated north-western location. Occupation is nonetheless uneven. Ngbaka-dominated areas have highly populated spots that thin out as one heads from Gemena to the west and north. Meanwhile, savannah land in northern Libenge territory and the Ngiri marshy zones in the southern portion of Kungu territory are vast isolated tracts.

Sud-Ubangi is not limited to the Ngbaka alone. In its southern area, various communities live side by side: Ngbandi, Ngombe, Mbandja (or Banza), Bambenga (Pygmies) as well as groups referred to as ‘water people', ‘marsh people', or ‘inhabitants of the Ngiri' to designate communities living primarily in the marshy region between the Ubangi and the Congo river. They include the Libinza, the Bamwe, the Bomboma, and the Lobala, with the last two groups directly involved in the so-called ‘Enyele' conflict.

Resident populations are joined by neighbouring foreign merchants attracted by the district's unique location. Sud-Ubangi's proximity to Bangui places it in a northern trade corridor stretching east to west from Ituri to Ubangi (Butembo, Beni, Lisala, etc.). Nande, Sudanese, Central African Republic, Chadian, and other traders cluster around the nerve centre that is Gemena as well as the border town of Zongo, from which they organise the export of the region's agricultural produce in exchange for manufactured goods from the CAR (detergents, cosmetics, etc.) or East Africa (motorcycles, trucks, etc.).
Gratis beschikbaar via deze link