Personeelslijst
Marc De Meyer
Biologie
Invertebraten
Invertebraten
Beschrijving
Deblauwe, I., De Wolf, K., Smitz, N., Vanslembrouck, A., Schneider, A., De Witte, J., Verlé, I., Dekoninck, W., De Meyer, M., Backeljau, T., Gombeer, S., Meganck, K., Van Bourgonie, YR., Vanderheyden, A., Müller, R. & Van Bortel, W. 2020. Monitoring of exotic mosquitoes in Belgium (MEMO): Final Report Phase 7 Part 1: MEMO results. NEHAP. 100 p.
Report (published)
De tijdige detectie van exotische steekmugsoorten (EMS) op introductieplaatsen voordat populaties zich vestigen is van het grootste belang om lokale overdracht van door muggen overgedragen pathogenen te voorkomen. Na eerdere EMS monitoringsprojecten in België is in juli 2017 een driejarig nationaal actief EMS-monitoringproject (MEMO) van start gegaan om mogelijke introductiehaarden en de vestiging van EMS in een vroeg stadium in België op te sporen.
Elk jaar werd de actieve monitoring uitgevoerd in 20 tot 23 verschillende introductieplaatsen (IP). Het risico van insleep en vestiging van EMS voor elke IP werd jaarlijks opnieuw geëvalueerd om ervoor te zorgen dat de monitoring zich richtte op de sites met een reëel hoog risico. Er werden verschillende verzamelmethodes gebruikt, waaronder de BG-Sentinel en Mosquito Magnet® vallen voor het vangen van wijfjes-muggen op zoek naar een bloedmaaltijd, ovipositievallen voor het opsporen van ei-leggende wijfjes-muggen en larvale bemonstering. De verzamelde muggen werden gesorteerd en geïdentificeerd aan de hand van morfologische kenmerken. De gevangen EMS en vijf procent van alle verzamelde muggen werden moleculair geïdentificeerd om de morfologische identificatie te valideren en te bevestigen. Op basis hiervan werd een moleculaire referentiecollectie aangelegd. Een specifieke moleculaire identificatie-pipeline werd ontwikkeld om de juiste identificatie van alle muggensoorten die in België voorkomen mogelijk te maken. Verder werd een morfologische referentiecollectie van de meest intacte exemplaren die tijdens het MEMO project werden bemonsterd, opgesteld. Het databeheer werd uitgevoerd met behulp van de VECMAP® software.
In totaal werden 52478 muggen (Diptera, Culicidae) verzameld, behorend tot 31 soorten (of soortcomplexen) en vijf geslachten (Aedes, Anopheles, Culex, Culiseta, Coquillettidia). Er werden drie nieuwe inheemse soorten voor België verzameld, namelijk Anopheles daciae, Culex modestus en Culiseta longiarealata. Vier EMS werden gevonden: Aedes albopictus, Aedes japonicus, Aedes koreicus en Anopheles pharoensis. Twee EMS zijn lokaal gevestigd: Ae. japonicus in Natoye (bandenbedrijf Havelange) en Ae. koreicus in Maasmechelen (industriezone ‘Op de Berg’). Aedes japonicus komt sinds 2002 in België voor. In 2012 werd de eerste bestrijdingscampagne uitgevoerd in Natoye en in 2015 werd aangenomen dat Ae. japonicus was uitgeroeid. In 2017 werd de soort echter opnieuw op dezelfde locatie gevonden. De waarnemingen van 2018 en 2019 in Natoye geven aan dat de soort zich opnieuw verspreidt. Op basis van een microsatellietanalyse (DNA merkers) is deze recente populatie een combinatie van de oorspronkelijke populatie, die de uitroeiing overleefde, en een nieuw geïntroduceerd genotype van een externe bron. Ook werden nieuwe introducties van Ae. japonicus in Maasmechelen en Eupen gedetecteerd, waarvan de laatste afkomstig is uit West-Duitsland. Aedes koreicus, voor het eerst gedetecteerd in 2008, lijkt zich niet snel te verspreiden, maar kan nu toch als wijdverspreid worden beschouwd. In 2019 is een eerste bestrijdingscampagne gestart om de populatie van deze soort te verminderen. Aedes albopictus is nog niet in België gevestigd. Tijdens het project werd de soort verzameld op zeven IP’s: vijf IP’s in 2018 en vier IP’s in 2019. Naast de bekende introductiewegen voor België, zoals lucky bamboo plantjes en tweedehandsbanden, werd de soort gevangen op verschillende parkeerplaatsen langs snelwegen, wat een nieuw introductieroute is voor België. Anophels pharoensis werd gedetecteerd op de luchthaven van Luik door een Mosquito Magnet® val. Deze soort is een tropische mug die vooral voorkomt in West-, Oost- en Zuidelijk Afrika, Egypte, Israël en Syrië. In Afrikaanse landen is het een secundaire malariavector. De klimatologische omstandigheden in België worden als ongeschikt beschouwd voor een eventuele vestiging van deze ESM.
Het driejarige MEMO project toonde aan dat de situatie in België aan het veranderen is. Naast de bekende introductiewegen, de import van lucky bamboo plantjes en tweedehandsbanden, werd een nieuwe route voor België gevonden, het passieve wegtransport. Dit zal de komende jaren een nieuwe uitdaging zijn voor België, aangezien de gevestigde populaties van Ae. albopictus België naderen en introducties via passief wegtransport frequenter zullen plaatsvinden. Verder hebben we tijdens het project al een stijging vastgesteld van het percentage positieve IP's in België en werden de EMS in België geïntroduceerd in alle maanden tussen mei en oktober. Deze bevindingen onderstrepen het belang aan een geïntegreerd beheersplan voor de monitoring en controle van EMS op nationaal en regionaal niveau, waarin duidelijke criteria voor monitoring, actie, bestrijdingsmethodes en -strategieën met een geschikte supervisie en evaluatie zijn opgenomen.