Een AfricaMuseum dat zijn verantwoordelijkheid opneemt, soms met horten en stoten

Algemeen directeur, Bart Ouvry

26.10.2023

Pers: press@africamuseum.be

Een Museum vertelt een verhaal, het ontroert, het vermaakt zijn publiek, het biedt inzichten maar het wil ook zijn rol opnemen in de maatschappij. 

Veel musea werden in de 19e eeuw opgericht en vertelden het verhaal van de ontluikende natiestaten. De burgerij kreeg steeds meer macht en zag musea als paleizen voor de kennis, rijkdom en macht die de natie een identiteit gaf. Het AfricaMuseum is geen uitzondering: in 1898 werd het opgericht als eerbetoon aan het koloniaal project van Koning Leopold II. 

Dat is 125 jaar geleden en het is ook vijf jaar sinds een enthousiaste ploeg een herboren AfricaMuseum opende, met een nieuw wervend verhaal, onder het motto “Alles gaat voorbij, behalve het verleden”. Toen ik zes maanden geleden aan het hoofd van het museum kwam, vond ik me als historicus helemaal terug in dat motto. Het Museum in Tervuren is een voormalig koloniaal museum dat binnen koloniale muren een nieuw, kritische verhaal vertelt.

De Burundese fotograaf Teddy Mazina werd geselecteerd om in de fotoarchieven van het AfricaMuseum te duiken. Het is één van de vele initiatieven waarmee we onze dubbele 125/5 verjaardag herdenken: er was ook al een heugelijke modeshow van styliste Rosy Sambwa, een première van een prachtig spektakel van Cécile Djunga, museumtalks rond ons wetenschappelijk onderzoek en nog veel meer.

Sinds enkele dagen gonzen sociale media over de beslissing om de fototentoonstelling My name is no-body van Teddy, het resultaat van zijn opzoekingswerk, enkel open te stellen voor bezoekers met de begeleiding van de Burundese fotograaf zelf. Het AfricaMuseum heeft die beslissing weloverwogen genomen. De tentoonstelling bevat racistische en gewelddadige beelden en woorden. Zo komt het n-woord veelvuldig voor, Congolese burgers worden afgebeeld met ketens etc.

Teddy Mazina stelt de absurditeit, de enscenering en het geweld van zowel de beelden als hun labels aan de kaak. Hij ervaart ze als absurd, beledigend en projecteert in een videoboodschap de woorden op zijn fragiele lichaam. De koloniale beelden en beschrijvingen in onze archieven zijn niet enkel voor hedendaagse burgers met Afrikaanse wortels denigrerend; ze ongefilterd tonen getuigt van een gebrek aan respect voor slachtoffers van geweld en racisme wereldwijd. 

Het was de juiste beslissing individuele bezoekers niet zonder meer met deze racistische en vrouwonvriendelijke beelden te confronteren, maar Teddy te vragen de kijker te begeleiden, te confronteren met zijn twijfels en verontwaardiging over de denigrerende manier waarop zijn voorouders in beeld werden gebracht en getuigenis af te leggen hoe hij de stereotypen wil ontkrachten. Als Museum hadden we zijn project beter kunnen begeleiden met meer wetenschappelijke duiding en meer dialoog rond de beste manier om het berokkende onrecht aan de kaak te stellen, maar in afwachting van meer werk ten gronde rond ons fotoarchief willen we Teddy’s boodschap op de juiste manier overbrengen.

Het AfricaMuseum is verre van onfeilbaar. Bij de heropening van het Museum realiseerden we ons niet hoezeer de beelden in de nissen in de Grote Rotonde negatieve beeldvorming in de hand werkten. Met een ingreep door Aimé Mpane en Jean Pierre Müller hebben we dat bijgestuurd. Toen bleek hoezeer het Beeldendepot in de introductiezone van het Museum verkeerd begrepen werd en Luipaardman toonde als het eerste beeld van Afrika voor de bezoeker, beslisten we de koloniale beelden over te brengen naar een afgesloten zaal waar de opstelling met gids kan bezocht worden. Ook rond My name is no-body sturen we nu bij omdat we merkten dat we niet helemaal op de juiste weg zaten.

De omgang met ons verleden is geen eenduidig, lineair verhaal. Naarmate de tijd vordert komen er nieuwe inzichten. Als AfricaMuseum zullen we blijven zoeken naar een beter verhaal, niet meer alleen door de lens van een koloniale ambtenaar, maar ook vanuit het oogpunt van een moeder wiens zonen werden afgebeeld als geketende kannibalen, of het gemoed van een kleindochter die haar grootmoeder op de foto herkent als een naakt, fragiel meisje. Als dat genuanceerde verhaal begrip brengt over wie de andere werkelijk is, kan het vermijden dat een onderzoeker uit Afrika in het Brussels openbaar vervoer slachtoffer wordt van racistisch geweld, zoals nog voor enkele weken gebeurde met één van onze Congolese collega’s.

Bart Ouvry, Algemeen directeur van het AfricaMuseum