Boomgroei begrijpen voor het duurzaam beheer van een populaire tropische houtsoort

Afrormosia is een van de meest geëxploiteerde houtsoorten uit het Congolese regenwoud. Het natuurlijke herstel van de bomen verloopt echter niet vlot meer, waardoor overexploitatie het voortbestaan van de soort in gevaar kan brengen. Met het oog op een duurzamer beheer, proberen onderzoekers het groeipatroon van de boom te doorgronden via experimentele plantages.

Het Nelder-wiel experiment in de Compagnie Forestiere et de Transformation (CFT) in Kisangani, DRC.

Het Nelder-wiel experiment in de Compagnie Forestière et de Transformation (CFT) in Kisangani, DRC, om de impact van afstand op boomgroei te onderzoeken. © Axel Fassio/CIFOR

 

Populair maar kwetsbaar

Afrormosia (of Assamela, Pericopsis elata) is een hardhoutsoort die in Centraal- en West-Afrika voorkomt, en is een van de meest gekapte en waardevolle houtsoorten in de DRC. Dankzij zijn uitzonderlijke eigenschappen is het hout zeer geliefd bij bijvoorbeeld meubelmakers en binnen- en buitenhuisarchitecten (voor parket, terrassen, ramen enzovoort).

De soort is echter kwetsbaar omdat de ze in een jong levensstadium veel licht nodig heeft, en daardoor van nature niet goed heraangroeit in de dense tropische wouden van Centraal-Afrika. Dat de bomen in toenemende mate worden gekapt, steeds vaker onder de radar van de autoriteiten, brengt het voortbestaan ervan in gevaar.

De soort is dan ook als bedreigd geclassificeerd op de Rode Lijst van de  International Union for Conservation of Nature (IUCN) en de internationale verhandeling ervan wordt gereguleerd door het Verdrag inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES).

 

Zestig procent van het belangrijkste tropische woud van Afrika ligt in de DRC - maar meer en meer van dit kostbare hout wordt geoogst door een  bijna volledig ongecontroleerde ambachtelijke sector. Dit moet veranderen.

Nelder-experiment

Een beter begrip van de regeneratieproblemen van afrormosia, en hoe het herstel kan worden ondersteund, kan bijdragen aan de bescherming van de soort.  

Om het groeipatroon van de boomsoort te ontrafelen bestuderen onderzoekers van het KMMA, CIFOR (Center for International Forestry Research) enR&SD (Resources and Synergies Development) daarom nauwgezet de groei van afrormosiabomen op een plantage in Kisangani, DRC. Daarbij maken ze gebruik van zogheten Nelder wheels, een experimentele setting waarbij bomen in concentrische cirkels worden aangeplant. Bomen in het midden staan heel dicht bij elkaar, en hoe verder verwijderd van het middelpunt, hoe groter hun onderlinge afstand. Zo kunnen de onderzoekers de impact van de onderlinge afstand op de groei en sterfte van de bomen nagaan. Dat zal het mogelijk maken om richtlijnen te geven voor het efficiënt planten van zaailingen van de soort.

Want het effect van de onderlinge afstand blijkt duidelijk: de bomen in het midden worden veel hoger dan die aan de buitenzijde, die dikkere stammen en meer takken hebben. De opeengepakte bomen in het midden moeten met elkaar concurreren om zonlicht, en om grondstoffen uit de bodem. Het tekort aan licht zal wellicht  leiden tot de sterfte van enkele bomen. Wat de groei van de omliggende bomen dan weer bevordert. Volgens de Congolese wetgeving moet een afrormosia ongeveer 80 tot 120 jaar groeien vooraleer die kan worden geoogst.

 

Naar een duurzamere houtindustrie

Belangrijk is dat de onderzoekers voor dit experiment samenwerken met het Congolese houtkapbedrijf Compagnie Forestière et de Transformation (CFT), op wiens concessie de Nelder-onderzoeksplots staan. CFT is verantwoordelijk voor het onderhoud van de bomen, en de zaailingen werden ook geleverd door de boomkwekerij van CFT, die in samenwerking met het KMMA werd opgericht in het kader van het DGD-gefinancierd GeForCo-project. Het doel van deze samenwerking, nu in het kader van het Europese FORETS-project, is dat CFT, net zoals andere houtkapbedrijven, in de toekomst zelf afrormosiaplantages kan integreren in haar activiteiten om hout te produceren.

'Dit experiment is van groot belang voor de houtsector, aangezien we de ideale afstand kunnen bepalen die tussen bomen moet worden gelaten bij het aanplanten. Lange, dunne bomen zijn niet ideaal om te verzagen. Middelgrote, dikke bomen zonder lage takken kunnen grotere, commercieel interessantere planken opleveren,' legt bosbeheerexpert Nils Bourland (KMMA, CIFOR and R&SD) uit. 'Bovendien zouden de inzichten uit ons onderzoek als leidraad kunnen dienen voor selectieve houtkap, waarbij alleen bepaalde bomen worden gekapt, terwijl andere blijven groeien.'

De samenwerking met CFT is uniek en hun engagement voor een duurzamere werking veelbelovend. 'We zouden graag zien dat meer bedrijven soortgelijke stappen zetten', zegt Nils Bourland. 'Zestig procent van het belangrijkste tropische woud van Afrika ligt in de DRC - maar de houtkapindustrie hinkt achterop qua duurzaamheid in vergelijking met andere landen in de regio. Meer en meer van dit kostbare hout wordt geoogst door een enorme en bijna volledig ongecontroleerde ambachtelijke sector. Dit moet veranderen.'

 

Afrormosia zaailingen Afrormosia zaailingen op de CFT, Kisangani © Axel Fassio/CIFOR

Houtverwerking op de Compagnie Forestière et de Transformation Verzaagd hout bij de CFT, Kisangani © Axel Fassio/CIFOR

 

 

Meer info

Artikel gebaseerd op een aangepast van: Rooting sustainability in the logging industry by Athziri Gonzalez for CIFOR.

Wil je meer weten over afrormosia en CITES? Luister naar deze podcast aflevering met Nils Bourland (met Nederlandse ondertitels):