Epidemie leidde anderhalf millennium geleden wellicht tot massale ontvolking Centraal-Afrika

Zo’n 1500 jaar geleden verdwenen menselijke nederzettingen haast volledig uit het Congo-regenwoud, waarschijnlijk door (jawel!) een langdurige epidemie van een besmettelijke ziekte. Tot deze opmerkelijke conclusie komt een interdisciplinaire en internationale groep van onderzoekers gecoördineerd door Prof. Koen Bostoen (UGent), in samenwerking met onder meer het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (KMMA). De nieuwe studie herziet de bevolkingsgeschiedenis van zeven Afrikaanse landen (Kameroen, de Central-Afrikaanse Republiek, de Democratische Republiek Congo, de Republiek Congo, Gabon, Equatoriaal-Guinea en Angola), omdat eruit blijkt dat de hedendaagse sprekers van Bantoetalen in Centraal-Afrika niet rechtstreeks afstammen van de gemeenschappen die vanaf ongeveer 4000 jaar geleden het regenwoud hebben gekoloniseerd.

foto van opgravingen

Op zoek naar sporen van de eerste nederzettingen van Bantoe-sprekers ten zuiden van het Congo-regenwoud: archeologische opgravingen te Mukila (Kwango Provincie, DR Congo) in het kader van het BantuFirst-project. © Dirk Seidensticker 2018

 

In de context van hedendaagse debatten over dekolonisatie, restitutie van Afrikaans cultureel erfgoed en antiracisme is er opnieuw veel aandacht voor de Europese kolonisatie van Centraal-Afrika. Dat het koloniaal verleden van België tot op vandaag onverwerkt is bewijst ook de lopende bijzondere Kamercommissie belast met het onderzoek ervan. Toch was de Belgische passage in Congo, Rwanda en Burundi niet meer dan een korte paragraaf in de lange en bewogen geschiedenis van Centraal-Afrika. De moderne mens leefde al vele tienduizenden jaren in de Centraal-Afrikaanse savannes voordat hij voor het eerst in Europa opdook. En lang voordat de eerste Europese expeditie in het Congo-regenwoud doordrong overwonnen onze voorouders daar enorme uitdagingen, zo blijkt opnieuw uit deze onlangs verschenen studie.

foto van een rivier
De eerste sedentaire samenlevingen van Bantoe-sprekers vestigden zich vanaf 700 v.C in het Congo-regenwoud. Vermoedelijk was het netwerk van rivieren doorheen het woud een belangrijke factor bij deze snelle ‘kolonisatie’. Een nieuwe studie in Science Advances toont echter aan dat deze eerste samenlevingen tussen 400 en 600 n.C. opnieuw grotendeels verdwenen, waarschijnlijk door een langdurige epidemie. Deze foto werd genomen op de Momboyo-rivier, op weg naar het Nationaal Park van Salonga in DR Congo. © Wannes Hubau 2015

Unieke interdisciplinaire onderzoeksmethode

De onderzoekers gebruikten het aantal beschikbare koolstofdateringen (C14) op archeologische vondsten uit opeenvolgende periodes als indicatie voor de omvang van menselijke activiteit en demografische schommelingen. Ze combineerden dit met een analyse van aardewerkstijlen, die een aanwijzing zijn voor de verspreiding van technologische ontwikkelingen tussen nederzettingen. Deze goed gedateerde archeologische gegevens werden verder vergeleken met genetisch en taalkundig bewijsmateriaal

Het koppelen van 1149 radiokoolstofdateringen aan 115 aardewerkstijlen uit 726 verschillende sites in het Congo-regenwoud en aangrenzende gebieden maakt de omvang van deze studie uniek. Deze drie archeologische datasets werden nooit eerder op zo'n grote schaal en voor zo'n lange periode geïntegreerd. Hierdoor konden de onderzoekers aantonen dat in geheel Centraal-Afrika twee periodes van meer menselijke activiteit (± 800 v.C. tot 400 n.C. en ± 1000 tot 1900 n.C.) duidelijk van elkaar gescheiden zijn door een massieve ontvolking tussen 400 en 600 n.C. Volgens archeoloog Dirk Seidensticker (UGent) kunnen de twee tijdperken gekend als Vroege en Late IJzertijd nu beter gedefinieerd worden voor Centraal-Afrika: “Deze twee periodes vertonen sterk verschillende aardewerkstijlen die eerst een expansiefase van wijde verspreiding vertonen en dan een regionaliseringsfase met veel meer lokale soorten keramiek. Omdat aardewerk een van de weinige types materieel cultureel erfgoed is die de tand des tijds heeft doorstaan is dit een belangrijke stap voorwaarts voor de archeologie van het Afrikaans continent.”

Nieuwe kijk op controversiële Bantoe-Expansie

foto van vrouwen die potten maken
Mbuun vrouwen nabij Idiofa (Kwilu Provincie, RD Congo) maken aardewerken potten klaar om te bakken. Pottenbakken is vandaag echter met uitsterven bedreigd wegens de massale import van alternatieven in plastiek en metaal. © Koen Bostoen 2019

De initiële migratie van Bantoe-sprekende volkeren vanuit het grensgebied tussen Nigeria en Kameroen tot in zuidelijk Afrika is uniek in de wereldgeschiedenis vanwege haar omvang, snelheid en aanpassing aan verschillende soorten natuurlijke omgeving. Deze zogenoemde “Bantoe-Expansie” had een immense impact op het taalkundige, demografische en culturele landschap van het continent. De Bantoetalen zijn de grootste taalfamilie van Afrika: ongeveer 1 op 3 Afrikanen spreekt 1 of meerdere Bantoetalen.

De kolonisatie van Afrika door Bantoe-sprekers wordt meestal gezien als een lang en ononderbroken proces. De nieuwe studie toont echter aan dat de eerste sedentaire samenlevingen die zich vanaf 700 v.C. in het Congo-regenwoud vestigden opnieuw grotendeels zijn verdwenen tussen 400 en 600 n.C. De Bantoe-taalgemeenschappen in het grootste deel van Congo en omstreken zijn dus misschien wel bijna 1000 jaar jonger dan eerder gedacht. Los van alle zaken die puur wetenschappelijk herdacht moeten worden illustreert dit fascinerend nieuw inzicht volgens Prof. Koen Bostoen (UGent), historisch taalkundige en Afrikanist, nog maar eens dat Afrikaanse samenlevingen reeds lang vóór de trans-Atlantische slavenhandel en de Europese kolonisatie enorme beproevingen hebben doorgemaakt. “En bovenal hadden ze de veerkracht en inventiviteit om die terug te boven te komen. In deze tijd van pandemie, klimaatverandering en socio-economische malaise voor de overgrote meerderheid van de mensen in Centraal-Afrika is dit toch een hoopgevend inzicht”.

Een pandemie als oorzaak van ontvolking?

De grootschalige ontvolking van het Congo-regenwoud rond 400-600 n.C. werd mogelijk veroorzaakt door een langdurige epidemie. Paleobotanist en tropisch woudecoloog Wannes Hubau (UGent & KMMA Tervuren): “De periode viel samen met nattere klimatologische omstandigheden in de regio, wat de uitbraak van een epidemie kan getriggerd hebben.” Er is immers een opmerkelijke overeenkomst in tijd met de Pest van Justinianus (541–750 n.C.), die potentieel heeft bijgedragen aan de val van zowel het Romeinse rijk als het rijk van Aksum in Ethiopië. Deze pandemie doodde mogelijk 100 miljoen mensen in Azië, Europa en Afrika. De nieuwe studie brengt geen hard bewijs dat de ontvolking van Centraal-Afrika effectief het gevolg is van een epidemie, maar het is wel zo dat de Yersinia pestis-bacterie, die de Pest van Justinianus veroorzaakte, al lang aanwezig is in Centraal-Afrika. Eén bepaalde variant ervan, die vandaag nog steeds voorkomt in Congo, Zambia, Kenia en Oeganda, is de oudste levende verwant van de variant die in 14de-eeuws Europa de Zwarte Dood veroorzaakte. “Daarom beschouwen we een aanhoudende pestepidemie als plausibele hypothese voor de waargenomen ontvolking van Centraal-Afrika in de 5de-6de eeuw n.C.", aldus nog Wannes Hubau.

foto van opgravingen
Op zoek naar sporen van de eerste nederzettingen van Bantoe-sprekers ten zuiden van het Congo-regenwoud: archeologische opgravingen nabij Idiofa (Kwilu Provincie, DR Congo) in het kader van het BantuFirst-project. © Igor Matonda 2019

foto van een rivier
De Kasai-rivier te Mangai (Kwilu Provincie, DR Congo), zuidgrens van het Congo-regenwoud. © Koen Bostoen 2019
Meer info

Deze studie is een onderdeel van het interdisciplinair BantuFirst-project onder leiding van Prof. Koen Bostoen en gefinancierd door de Europese Onderzoeksraad (ERC).

De UGent-onderzoekers (BantUGent in de Vakgroep Talen en Culturen en Limnologie in de Vakgroep Biologie) werkten samen met collega’s uit verschillende disciplines en onderzoeksgroepen in Europa en Afrika: het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren (Houtbiologie), de Universiteit van Uppsala, de Université libre de Bruxelles en de Universiteit van Johannesburg.

Dit onderzoek werd gepubliceerd in Science Advances. Lees het volledige artikel.