Museumcollecties in 2D+ en 3D

Dat museumcollecties digitaliseren van groot belang is, is alleen nog maar duidelijker geworden tijdens de sluiting van musea door de COVID-19-pandemie. Digitaliseringsexperten Jonathan Brecko en Aurore Mathys (KMMA/KBIN) publiceerden een best practice boek voor het 2D+ en 3D digitaliseren van natuurhistorische collecties.

 a best practice handbook for 2D+ and 3D digitisation of natural history collections

 

Digitalisering: geen koud kunstje

Musea herbergen een grote verscheidenheid aan objecten in alle maten, kleuren en vormen. Natuurhistorische specimens zijn opgespeld, liggen op een microscoopglaasje of worden in een ethanoloplossing bewaard. Ze zijn soms kleurrijk, soms doorschijnend, of net heel blinkend.

Zo’n diversiteit succesvol op de gevoelige plaat vastleggen is geen koud kunstje. Elk soort object vraagt een aanpak op maat.

 

Een praktisch handboek

'Met dit handboek bieden we een overzicht van de mogelijke manieren om natuurhistorische specimens en erfgoedobjecten te digitaliseren. We bespreken de voor- en nadelen van elke techniek, en voor welk soort object die het best bruikbaar is', aldus Jonathan Brecko.

Het boek is laagdrempelig en ook bedoeld voor lezers zonder voorkennis die een digitaliseringsproject willen opstarten. 'Zo stellen we ook kostenplaatjes en workflows voor, die mensen heel concreet op weg kunnen zetten om zelf aan het werk te gaan', vervolgt Brecko.

 

Onderzoekers kunnen via digitale beeldvorming nieuwe informatie over een specimen verzamelen, die niet van het origineel af te lezen is

Digitale tweelingen

Hoewel een digitale kopie het echte object nooit volledig vervangt, biedt een goede ‘digitale tweeling’ uitstekende onderzoeksmogelijkheden. Dankzij een foto in heel hoge resolutie moet het specimen de optimale bewaaromstandigheden van het museumdepot niet meer verlaten en wordt het dus niet blootgesteld aan de gevaren van manipulatie en transport.

Het digitaliseren van collecties is ook de sleutel tot het behoud ervan op lange termijn, zelfs nadat de fysieke objecten niet meer beschikbaar zouden zijn.

 

Ik zie wat jij niet ziet

Bovendien kunnen onderzoekers via digitale beeldvorming nieuwe informatie over het specimen verzamelen, die niet van het origineel af te lezen is. 'Zo zie je op een 3D-model veel beter de ruimtelijke structuren en kan je oppervlaktes en diktes berekenen. Zulke nieuwe onderzoekstechnieken waren niet mogelijk met de ‘echte’ objecten', verduidelijkt Aurore Mathys.

Een ander voorbeeld is multispectrale fotografie. 'Daarbij fotograferen we onder verschillende lichtbreedtes, zoals bijvoorbeeld met UV- en infraroodlicht', licht Mathys toe. 'Daarmee zie je dingen die onder normaal, wit licht onzichtbaar zijn, zoals schimmel-of vochtaantasting, vroegere restauraties of de samenstelling van de materialen en verflagen in het geval van erfgoedobjecten.'

 

Online en in het museum

Talrijke objecten uit collectie van het KMMA zijn door het digitaliseringsteam reeds voor de lens geplaatst en kan je online bekijken op verschillende platformen (DIGIT and Sketchfab).

Wanneer het museum weer opengaat, kunnen bezoekers in de zalen ook enkele 3D-geprinte modellen van slangenschedels bewonderen en in de hand nemen.

 

 

Het handboek is online beschikbaar en werd gepubliceerd in de reeks Collection Management van het European Journal of Taxonomy, een wetenschappelijk internationaal peer-reviewed tijdschrift. Het KMMA maakt sinds 2011 deel uit van het consortium van natuurhistorische musea en botanische tuinen die dit tijdschrift financieren en uitgeven.

 

 

Meer info

Brecko J. & Mathys A. 2020. Handbook of best practice and standards for 2D+ and 3D imaging of natural history collections. European Journal of Taxonomy 623: 1-115. https://doi.org/10.5852/ejt.2020.623