Waar wetenschap en kunst samenkomen: de wondere wereld van de wetenschappelijke illustraties

Ze zijn niet alleen mooi om naar te kijken, maar ook van groot belang voor de wetenschap. Wetenschappelijke tekeningen zijn onmisbaar bij de beschrijving van nieuwe soorten van dieren. Een interview met wetenschappelijk tekenaar Alain Reygel (KMMA).

Scientific illustrator Alain Reygel at work

Wetenschappelijk illustrator Alain Reygel aan het werk. (c) KMMA - foto Eline Sciot

 

Wat heeft een tekening meer te bieden dan een goede foto?

'De meeste museumspecimens, zoals spinnen of vissen, worden bewaard op ‘sterk water’ (70% gedenatureerde alcohol). Daardoor is de aanblik niet erg geschikt voor een goede foto. Een goede illustratie is dan de oplossing. Deze geeft een duidelijker, ‘mooier’ maar vooral een correct beeld van het beschreven type exemplaar.'

 

Hoe gaat een wetenschappelijk illustrator dan te werk?

'Het belangrijkste onderdeel van de illustratie is het observeren van het onderwerp. Aan de hand van de belangrijkste kenmerken, die de wetenschapper die de nieuwe soort beschrijft aangeeft, maak ik een eerste ontwerp. Die tekening geeft alle details en de belangrijkste kenmerken correct weer. Bij vissen bijvoorbeeld, zijn dat de lichaamsverhoudingen, de positie van de vinnen, het aantal vinstralen en schubben. Bij spinnen zijn de mannelijke (palp) en vrouwelijke (epigyne) geslachtsorganen dan weer de meest bepalende factoren voor het beschrijven van nieuwe soorten. Vermits het hier vaak gaat over minuscuul kleine onderdelen gebruik ik een stereo microscoop met tekenspiegel. Na goedkeuring door de wetenschapper werk ik de tekening op een ‘artistieke’ manier af, maar steeds met aandacht voor de wetenschappelijke correctheid.'

 

Een goede illustratie geeft een duidelijker, ‘mooier’ maar vooral een correct beeld van het beschreven type exemplaar

Hoe belangrijk is die wetenschappelijke correctheid?

'De juistheid staat altijd voorop. Dat wil ook zeggen dat mogelijke gebreken (gescheurde vinnen of ontbrekende delen bij vissen) moeten worden weergegeven om het voorliggend aspect van de soort zo getrouw mogelijk te benaderen. Dit is belangrijk mocht, om welke reden dan ook, het type exemplaar verloren gaan. Met de tekening blijft er dan nog steeds een materieel restant van het type bestaan, waarmee de nieuwe soort werd beschreven. De uiteindelijk publicatie van de tekening vereeuwigt de nieuwe soort en de illustratie. Deze wordt dan in principe de referentie voor deze nieuwe soort zonder dat het specimen fysiek moet worden bekeken.'

 

Zijn de tekeningen meestal in kleur?

'Er wordt in hoofdzaak in zwart-wit gewerkt omdat de meeste tijdschriften die nieuwe soorten (bijvoorbeeld spinnen en vissen) publiceren daarom vragen. Heel uitzonderlijk wordt in kleur gewerkt, zoals bij vogels en vlinders. Bij deze diergroepen speelt de kleur vaak een bepalende rol.'

 

U bent al 40 jaar wetenschappelijk tekenaar bij het KMMA. De techniek van het tekenen van wetenschappelijke specimens heeft wellicht een hele evolutie doorgemaakt?

'Vooral in functie van de manier van reproduceren voor publicatie is er één en ander veranderd. Aanvankelijk werd gebruik gemaakt van het fotografisch cliché. Een potloodtekening, waarbij de grijstinten verkregen werden door het gebruik van harde en zachte potloden, beantwoordde dan perfect aan het beoogde resultaat. Het maken van fotografische clichés was echter een dure aangelegenheid en rond de jaren ’1970 ging men over naar de puntjestechniek of pointillé. Bij deze tekentechniek worden de grijswaarden met inkten en het meer of minder concentreren van  puntjes bekomen. Met eenvoudige en goedkopere fotokopieën werden de pointillé-tekeningen gereproduceerd. Het maken van de tekeningen zelf was echter meer tijdrovend dan een potloodtekening. Door de verbetering van de scantechnieken de laatste jaren is men nu teruggekeerd naar de potloodtekening (al dan niet op structuurpapier) voor het realiseren van kwalitatieve wetenschappelijke illustraties.'

 

 

Meer info